Citizens and Animal Welfare: Methods, Findings and Policy Implications

Last Thursday (20th of May) I participated in an interesting workshop about citizens and animal welfare.  The workshop was organized at Aarhus University in Denmark and dealt with questions like: Whose opinion on animal welfare counts? How can one integrate the different perspectives of,  for example farmers, citizens, (animal) scientists and the government? We already know that citizens consider animals’ ‘naturalness’ a very important feature of ‘good animal welfare’. But what is naturalness exactly? Can you implement this in animal farming systems? Can you measure it? And what if the choice for naturalness is in conflict with other aspects, such as animal health? How do citizens make trade-offs between such dilemmas in animal farming? And how should one involve citizens in animal welfare research? Via surveys, farm visits, consensus conferences or are there other ways to be explored? To be short, although much research has already been done on animal welfare over the last decade, there are still many questions surrounding the animal welfare debate when it comes to citizens’ participation and involvement.

Raising new questions is of course a characteristic of research: finishing a research can give you the feeling that you answered some questions, but in the end it will always result in more questions. That’s what keeps us going. What in addition keeps me going, is the cooperation and discussion with other researchers in the world. Particularly after doing a PhD for six years on my own, it is really nice to exchange ideas and cooperate with other researchers in this field, like Jan Tind Sørensen of the Department of Animal Health and Bioscience and Peter Sandøe of the Danish Centre for Bioethics and Risk Assessment . During my PhD I often had the feeling I was one of the very few researchers who is interested in public perceptions of animal farming. But recently, the importance of the public opinion of animal farming is more and more acknowledged, also in the field Animal Science, of which this workshop was a good example.

Pleidooi Duurzame Veeteelt

Er is nogal wat commotie rondom het ‘Pleidooi Duurzame Veeteelt’. Het pleidooi is inmiddels ondertekend door ruim 200 hoogleraren, ook vanuit Wageningen, zoals Noëlle Aarts, Paul Struik, Cees Leeuwis, Olaf van Kooten en onze ‘eigen’  Han en Jan Douwe.

Het pleidooi staat voor een drastische verandering van de intensieve veehouderij, in navolging van het rapport van Commissie Wijffels in 2001: 

“De intensieve veehouderij moet ingrijpend worden veranderd. Dieren moeten meer ruimte krijgen voor natuurlijk gedrag, zoals het buiten rondscharrelen. Het transport van levende dieren moet worden beperkt en het fokken van vee moet niet uitsluitend gericht zijn op toename van de productiviteit.”

Het debat rondom de intensieve veehouderij speelt al tijden en laait met enige regelmaat weer op. Met dit actuele pleidooi lijkt het stoplicht voor de intensieve veehouderij nadrukkelijk op oranje te staan… Kunnen en willen we op deze wijze dierlijke producten blijven produceren in Nederland of niet? Oftewel, accepteren we de huidige manier van produceren – het stoplicht blijft groen – of zeggen we  ‘STOP, het is tijd voor een andere veehouderij’?

De keuze is aan jou. Velen – inclusief ondergenoemde – zijn je inmiddels voorgegaan en hebben het pleidooi ondersteund.

Op weg naar een duurzame varkenshouderij

“Hoe kom je tot een duurzamere veehouderij?” is een vraag die steeds vaker klinkt. Livestock Research Systeeminnovaties komt daarop met ontwerpen van nieuwe stalsystemen. 

Na ‘Houden van Hennen’ en ‘Kracht van Koeien’ is nu de eindbrochure van het derde project  verschenen ditmaal voor de varkenshouderij! 

Varkansen laat drie verschilldende ontwerpen zien voor toekomstige varkensstallen: De Pagode (‘welzijn als waarde’), De Pijler (‘duurzaam efficiënt’) en De Parel (‘band met de stad’). Ieder ontwerp is gebaseerd op behoeften van verschillende betrokkenen:

“Je kunt hele discussies houden  wie nu echt de belangrijke spelers zijn in en om de varkenshouderij. […] Wij hebben gekozen voor het varken, de varkenshouder, het milieu en de burger-consument als hoofdrolspelers, omdat zij in élke vorm van varkenshouderij van belang  zijn. Op die manier kijk je naar behoeften, los van hoe de sector nu in elkaar steekt.”  Onno van Eijk, co-projectleider Varkansen

Op dinsdag 6 april is de eindbrochure aan (demissionair) Minister Gerda Verburg aangeboden.

Verbinding met burgers

Er zijn steeds meer initiatieven om ‘boeren en burgers’ weer met elkaar in contact te brengen, maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig. De laatste editie van syscope gaat dan ook over ‘Verbinding met burgers’, waarin allerlei projecten (uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV) staan beschreven  die hier op een of andere wijze bijdragen aan ‘verbinding’ met de maatschappij.

De actualiteit van de verbinding tussen veehouderij en maatschappij komt ook in de huidige gemeenteraadsverkiezingen naar voren. Zo besteedde Een Vandaag gister aandacht aan de discussie rondom megastallen in Vroomshoop. De variatie aan reacties op de site laten zien dat er veel verschillende argumenten en emoties rondom dit onderwerp spelen en illusteren daarmee mooi de complexiteit van de verbinding tussen ‘boeren en burgers’.

Kijk op en beleving van duurzame melkveehouderij door burgers

Vorig jaar is Birgit Boogaard (Birgit.Boogaard@wur.nl ) gepromoveerd op een studie naar de sociaal-culturele duurzaamheid van de duurzame melkveehouderij, haar volledige (engelstalige) proefschrift staat online op onze RSO- website (klik hier om te downloaden). Over haar vergelijkend onderzoek in Noorwegen en Nederland, waarbij ondermeer burgers melkveehouderij bedrijven bezoeken om hun kijk te geven op duurzaamheid aan de hand van wat ze zien en ervaren, zijn twee artikelen verschenen in vakbladen: ‘Met burgers de boer op‘ in Veeteelt (2 november 2009) en ‘Techniek volgens burger niet per se strijdig met natuur‘ in het Agrarisch Dagblad van 11 december 2009. Hieronder uit elk artikel een citaat:

Volgens Boogaard heeft de gemiddelde burger best begrip voor de dilemma’s waarmee de boer te maken heeft. Maar dat begrip ontstaat niet vanzelf, zeker niet door eenrichtingscommunicatie van boer naar burger. Burgers die op de een of andere manier nog een relatie hebben met het boerenbedrijf, blijken meer begrip op te brengen. Volgens Boogaard kan de veehouderij dat begrip in stand houden door burgers zo jong mogelijk – als ze nog op school zitten – in aanraking te laten komen met de veehouderij. ”En breng ze dan niet naar een kinderboerderij maar naar de echte boerderij.” Uit: AGD, 11 december 2009

‘Door de beperkte bezoeken aan een boerderij ontmoeten maar weinig burgers de boer en kennen zijn verhaal. In een gesprek met de veehouder vormt de burger een beeld. Een melkveehouder kan laten zien hoe hij voor zijn dieren zorgt en kan uitleg geven over bijvoorbeeld moderne ontwikkelingen zoals een koematras of een krachtvoerbox.’  Boogaard stelt voor te beginnen met onderwijs aan kinderen. ‘In Noorwegen gebeurt dit al succesvol. Op deze manier ben je problemen voor. Kinderen vormen zo zelf een beeld. Een campagne is eenrichtingsverkeer, dat is riskant. Toenadering bereik je niet door een campagne over mensen uit te storten. Structureel inzetten op voorlichting van schoolkinderen is maatschappelijke duurzaamheid voor de lange termijn.’ Uit Veeteelt, 2 november 2009.

Birgit Boogaard werkt deels bij Rurale Sociologie als universitair docent en deels bij Cluster Systeeminnovaties van Wageningen UR Livestock Research.