BV Boerenverstand lanceert duurzaamheidscertificaat – beloning voor actieve bijdrage aan vergroenen van de landbouw

In de Nieuwe Oogst van 15 maart stond het bericht dat de Eurocommissaris van Landbouw Ciolos een officieel duurzaamheidscertificaat wil aanvaarden als bewijs van vergroening van de landbouw. Het stimuleren van een vergroening van de landbouw wordt bepleit bij de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Dit zal zijn weg moeten vinden via beleidsmaatregelen en wat als bewijs van vergroening zal worden aanvaard.

Dit is goed nieuws voor boeren die samen al geruime tijd hard werken aan het verduurzamen van hun bedrijfsvoering en voor die prestatie ook graag iets terug willen zien van de samenleving, al was het maar een erkenning van hun inspanningen, maar het liefst natuurlijk een geldelijke beloning of een ‘licence to produce’: hogere prijzen voor producten af boerderij, een vergoeding voor geleverde groene of blauwe diensten of een verruiming van productiemogelijkheden ter plekke.

Certificering van kringloopboeren: ‘green deal’

Een aantal van deze netwerken, zoals de ‘kringloopboeren’ (zie hiervoor www.duurzaamboerblijven.nl), zijn er helemaal klaar om te oogsten waar ze al jaren, en sommige al decennia, aan hebben gewerkt. Zo werkt  BV Boerenverstand samen met boeren, overheden, kennisinstellingen en adviseurs aan een officiele certificering van duurzaamheid van kringloopbedrijven. Ze maken een green deal.  De eerste certificaten  worden uitgereikt vanaf 16 april aan boeren in diverse provincies en op 19 april vindt een officiele lancering van het duurzaamheidscerticifaat voor kringloopboeren plaats in Drachten. Hier wordt ook verslag van gedaan op Foodlog.

Vergroenen van de landbouw

Nu maar afwachten of de toezegging van Ciolos ook gestand wordt gedaan en hoe hier in Nederland mee om wordt gegaan, door staatssecretaris Bleeker voorop en de boerenorganisaties. Het lijkt een gouden kans, maar die moet nog wel verzilverd worden. De vraag is dan: hoe dat moet. En waar we met een vergroening van de landbouw naar toe willen. Is vergroenen slechts een ander woord voor verduurzamen? Is het vergroenen van de landbouw niet meer dan het het aanbrengen van een laagje groene vernis voor het oog? Daar lijkt het soms op neer te komen als je het debat over hervorming van het landbouwbeleid wat volgt. Vergroenen als het leveren van wat groene en blauwe diensten aan de samenleving waar het goed uitkomt? Of raakt vergroenen ook of juist aan de kern van de landbouw? Aan de wijze waarop we ons voedsel voortbrengen en de wijze waarop we ons voedsel in de toekomst voort willen brengen denkend vanuit de samenleving die ons voor ogen staat? De manier waarop we onszelf van voedsel voorzien is in hoge mate bepalend voor hoe we met elkaar omgaan en samen leven. In gezinsverband of een plaatselijke gemeenschap, maar wereldwijd zijn via onze voedselvoorziening met elkaar verbonden. 

Vergroenen is een kwestie van durven kiezen en aanpakken. In het deelrapport van de United Nations Environmental Programme Agriculture: investing in natural capital wordt het vergroenen van de landbouw gezien in het kader van het vergroenen van de gehele economie met de landbouw als wezenlijk onderdeel, zo niet het fundament van een Green economy. Zie hiervoor Towards a Green Economy: Pathways to Sustainable Development and Poverty Eradication, waarin een groene economie nadrukkelijk wordt gekoppeld aan armoedebestrijding.

In een groene economy staat het zover mogelijk terugdringen van de grote afhankelijkheid van fossiele grondstoffen (olie voorop) centraal: een low-carbon economy dus. Een green economy is gefundeerd op hernieuwbare grondstoffen. De landbouw van nu moet dan een flinke omslag maken, want de landbouw is nu een grootverbruiker van energie en vooral olie. Of zoals Michel Pollan zo beeldend zegt:  we eat oil and spuwing green house gas. Vergroenen van de landbouw betekent dat de landbouw weer wordt wat is van oorsprong is: het vastleggen van zonne energie voor allerlei doeleinden. Zo bezien vormt het vergroenen van onze voedselvoorziening een van de grootste uitdagingen waar we de komende decennia voor staan.

Pleidooi Duurzame Veeteelt

Er is nogal wat commotie rondom het ‘Pleidooi Duurzame Veeteelt’. Het pleidooi is inmiddels ondertekend door ruim 200 hoogleraren, ook vanuit Wageningen, zoals Noëlle Aarts, Paul Struik, Cees Leeuwis, Olaf van Kooten en onze ‘eigen’  Han en Jan Douwe.

Het pleidooi staat voor een drastische verandering van de intensieve veehouderij, in navolging van het rapport van Commissie Wijffels in 2001: 

“De intensieve veehouderij moet ingrijpend worden veranderd. Dieren moeten meer ruimte krijgen voor natuurlijk gedrag, zoals het buiten rondscharrelen. Het transport van levende dieren moet worden beperkt en het fokken van vee moet niet uitsluitend gericht zijn op toename van de productiviteit.”

Het debat rondom de intensieve veehouderij speelt al tijden en laait met enige regelmaat weer op. Met dit actuele pleidooi lijkt het stoplicht voor de intensieve veehouderij nadrukkelijk op oranje te staan… Kunnen en willen we op deze wijze dierlijke producten blijven produceren in Nederland of niet? Oftewel, accepteren we de huidige manier van produceren – het stoplicht blijft groen – of zeggen we  ‘STOP, het is tijd voor een andere veehouderij’?

De keuze is aan jou. Velen – inclusief ondergenoemde – zijn je inmiddels voorgegaan en hebben het pleidooi ondersteund.

Op weg naar een duurzame varkenshouderij

“Hoe kom je tot een duurzamere veehouderij?” is een vraag die steeds vaker klinkt. Livestock Research Systeeminnovaties komt daarop met ontwerpen van nieuwe stalsystemen. 

Na ‘Houden van Hennen’ en ‘Kracht van Koeien’ is nu de eindbrochure van het derde project  verschenen ditmaal voor de varkenshouderij! 

Varkansen laat drie verschilldende ontwerpen zien voor toekomstige varkensstallen: De Pagode (‘welzijn als waarde’), De Pijler (‘duurzaam efficiënt’) en De Parel (‘band met de stad’). Ieder ontwerp is gebaseerd op behoeften van verschillende betrokkenen:

“Je kunt hele discussies houden  wie nu echt de belangrijke spelers zijn in en om de varkenshouderij. […] Wij hebben gekozen voor het varken, de varkenshouder, het milieu en de burger-consument als hoofdrolspelers, omdat zij in élke vorm van varkenshouderij van belang  zijn. Op die manier kijk je naar behoeften, los van hoe de sector nu in elkaar steekt.”  Onno van Eijk, co-projectleider Varkansen

Op dinsdag 6 april is de eindbrochure aan (demissionair) Minister Gerda Verburg aangeboden.

Natuur en Milieu wil mythen rond landbouw doorprikken

Stichting Natuur en Milieu is een campagne gestart om een aantal, zoals SNM zegt, hardnekkige landbouwmythen door te prikken. Deze staan de verduurzaming van de landbouw en voedselproductie in Nederland in de weg. Op de website licht SNM dit als volgt toe:

Een groot deel van de bevolking wil een landbouw die gezond en duurzaam voedsel produceert. Om dit te bereiken zal de landbouwsector de komende jaren flink aan de slag moeten. Politieke leiders en landbouwvoormannen verschuilen zich te vaak achter hardnekkige mythen om verduurzaming tegen te gaan.

Natuur en Milieu wil dat de discussie over landbouw en voedselproductie gevoerd wordt op basis van feiten en wil deze mythen doorprikken.

Vijf van die hardnekkige mythen wordt door SNM alvast ontzenuwd in de brochure ‘Wat een boer niet kent‘, zijnde:

  1. De Nederlandse landbouw is een motor van de economie.
  2. Nederland is medeverantwoordelijk voor de voedselvoorziening van de wereld
  3. Boeren zijn overbelast en moeten al aan zoveel regels voldoen
  4. Boeren onderhouden juist het landschap
  5. De Nederlandse landbouw produceert milieu- en diervriendelijker dan elders

Dit moet een debat uitlokken over een hoger doel: het verduurzamen van de landbouw in Nederland. In de brochure ‘Schoon, eerlijk en waardevol‘ wordt de visie van SNM verwoord, dat als volgt wordt samengevat:

Kortom: de landbouw produceert duurzaam, draagt bij aan een gezonde en mooie leefomgeving, draagt niet bij aan het klimaatprobleem, werkt met gesloten kringlopen, stoot geen schadelijke emissies uit, schaadt het milieu en de natuur niet en houdt rekening met dierenwelzijn.

SNM pleit niet alleen voor een radicale transformatie, ze onderstrepen hier met allerlei partijen aan te willen werken. De vraag is welke partijen de handschoen opnemen en met SNM willen samenwerken.