Factoren die beleving van maaltijd bereid uit lokale producten beïnvloeden – MSc-thesis onderzoek

Door Marina van Maanen,  MSc-studente Gezondheid en Maatschappij

Lokaal betrokken en streekproducten staan steeds vaker op het menu van zorginstellingen. Waar eerder een trend was van steeds meer geïndustrialiseerde maaltijden als gevolg van kostenbesparingen, lijkt nu de ambachtelijke maaltijd terrein te winnen. Er zijn veronderstellingen dat een maaltijd op basis van lokaal betrokken en streekproducten een toegevoegde waarde kan hebben op de maaltijdbeleving en gezondheid van ouderen in zorginstellingen. Hier is echter (nog) geen wetenschappelijk bewijs voor.

Doel van mijn thesis onderzoek was daarom een verkenning van de mogelijke relatie tussen een maaltijd op basis van lokaal betrokken producten, maaltijdbeleving en kwaliteit van leven in een zorginstelling. Hier doe ik verslag van in mijn MSc-thesis getiteld:  Beleving van de maaltijd bereid uit lokaal betrokken producten in zorginstelling Joris Zorg.

Om deze vragen te onderzoeken heb ik een casestudy gedaan in zorginstelling Joris Zorg in Oirschot. Binnen Joris zorg worden op dit moment al maaltijden geserveerd op basis van lokaal betrokken en streekproducten. Binnen de casestudy heb ik interviews gedaan met bewoners, gastvrouwen in het restaurant, de koks en met vrijwilligers. Ook heb ik op verschillende dagen meegegeten en geholpen met het afruimen van de tafels. Opvallend was dat bewoners niet of nauwelijks op de hoogte waren van de herkomst van hun maaltijden. Ook waren bewoners niet bekend met termen als lokaal of streek. Dit maakte het doen van ‘gewone interviews’ lastig. Als een ‘verbeterde’ interview methode heb ik een vragenlijst ontwikkeld op basis van een menukaart, waarmee meer waardevolle informatie werd verzameld. Reden hiervoor is waarschijnlijk dat deze vragenlijst beter aansloot bij de belevingswereld van ouderen in zorginstelling Joris Zorg.

Maaltijdbeleving in Joris Zorg: uitkomst na proef met menukaart

Het verband tussen de maaltijd en kwaliteit van leven zoals verondersteld door literatuur, heb ik niet kunnen bevestigen op basis van mijn onderzoek. Kwaliteit van leven binnen Joris Zorg wordt voornamelijk geassocieerd met verzorging, rust en georganiseerde activiteiten. Wat de maaltijd aangenaam maakt en wat factoren zijn die bijdragen aan de maaltijdbeleving zijn: de juiste bereiding van de maaltijd, sociale factoren van de maaltijd, maaltijdsamenstelling en de versheid van producten. De toegevoegde waarde van het gebruiken van lokaal betrokken producten voor de maaltijd zit nu voornamelijk in de kwaliteit van deze producten en de interesse en het leuk vinden van deze producten in de Week van de Smaak. Wat zeer opvallend is, is dat bewoners buiten de Week van de Smaak niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de lokaal betrokken achtergrond van de maaltijd. Uit de menukaartjesproef komt naar voren dat wanneer bewoners wel op de hoogte zijn, dit kan leiden tot goede herinneringen, verhaal en discussie aan tafel en herkenbaarheid. Dit kan een zeker een toegevoegde waarde zijn voor de maaltijdbeleving.

Aanbeveling voor Joris Zorg is dan ook om meer/beter te communiceren naar bewoners over de achtergrond van de maaltijd. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een nieuwe menukaart (deze heb ik ondertussen samen met het keukenteam ontworpen). Aanbeveling voor vervolgonderzoek is het gebruiken van onderzoeksmethoden welke aansluiten bij de belevingswereld van ouderen. Met als voorbeeld in dit onderzoek de menukaartjesproef.

Stages; Opzetten van buurtmoestuin in Tilburg

De gemeenteraad van Tilburg heeft ingestemd met het initiatief voor het opzetten van  buurtmoestuinen. Om dit te verwezenlijken zullen Brabantse Milieufederatie en welzijnsorganisatie Twern in samenwerking met de gemeente Tilburg en andere organisaties dit project gaan trekken. De BMF en Twern zullen de leiding hebben over dit project, maar er zal wel nauw samengewerkt worden met de andere partijen.

De Brabantse Milieufederatie is een onafhankelijke belangenbehartiger voor natuur,  landschap en milieu in de provincie Noord-Brabant. De Twern is een welzijnsorganisatie die maatschappelijke diensten levert.

Stage mogelijkheid 1:
Buurtmoestuinen kennen vele positieve effecten voor de buurt en het milieu. Het is de bedoeling dat de stagiair het veld in gaat en dit project realiseert. Beide organisaties beschikken over de nodige contacten en netwerken waar de stagiair volop gebruik van kan maken. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk minstens 1 buurtmoestuin is opgestart en dat de organisatie voor de andere buurtmoestuinen in gang is gezet.

Stagemogelijkheid 2:
De gemeenteraad van Tilburg heeft al ingestemd op dit initiatief, maar de BMF en  Twern willen dit ook graag in andere gemeentes van Noord-Brabant gaan realiseren. Andere gemeentes zover krijgen en begeleiden bij het opzetten van buurtmoestuinen is een andere stage mogelijkheid.

Zij zoeken naar een enthousiast iemand die in staat is zelfstandig te werken, doorzettingsvermogen heeft, goed kan organiseren en initiatief nemend is.  Zij bieden een uitdagende leerplek, waarin veel ruimte wordt geboden voor eigen inbreng en wensen.

Looptijd is ongeveer 5 maanden voor de verschillende opdrachten en tot 1 jaar voor de combinatie.

Meer info bij Petra.derkzen@wur.nl of rechtstreeks bij:

John Vermeer
E-mail: john.vermeer@bmf.antenna.nl
Telefoon: 013-5356225 | 06-12579879
Karlijn Verschuren,
E-mail: karlijnverschuren@noord.twern.nl
Telefoon: 013-4553800

Natuur en Milieu wil mythen rond landbouw doorprikken

Stichting Natuur en Milieu is een campagne gestart om een aantal, zoals SNM zegt, hardnekkige landbouwmythen door te prikken. Deze staan de verduurzaming van de landbouw en voedselproductie in Nederland in de weg. Op de website licht SNM dit als volgt toe:

Een groot deel van de bevolking wil een landbouw die gezond en duurzaam voedsel produceert. Om dit te bereiken zal de landbouwsector de komende jaren flink aan de slag moeten. Politieke leiders en landbouwvoormannen verschuilen zich te vaak achter hardnekkige mythen om verduurzaming tegen te gaan.

Natuur en Milieu wil dat de discussie over landbouw en voedselproductie gevoerd wordt op basis van feiten en wil deze mythen doorprikken.

Vijf van die hardnekkige mythen wordt door SNM alvast ontzenuwd in de brochure ‘Wat een boer niet kent‘, zijnde:

  1. De Nederlandse landbouw is een motor van de economie.
  2. Nederland is medeverantwoordelijk voor de voedselvoorziening van de wereld
  3. Boeren zijn overbelast en moeten al aan zoveel regels voldoen
  4. Boeren onderhouden juist het landschap
  5. De Nederlandse landbouw produceert milieu- en diervriendelijker dan elders

Dit moet een debat uitlokken over een hoger doel: het verduurzamen van de landbouw in Nederland. In de brochure ‘Schoon, eerlijk en waardevol‘ wordt de visie van SNM verwoord, dat als volgt wordt samengevat:

Kortom: de landbouw produceert duurzaam, draagt bij aan een gezonde en mooie leefomgeving, draagt niet bij aan het klimaatprobleem, werkt met gesloten kringlopen, stoot geen schadelijke emissies uit, schaadt het milieu en de natuur niet en houdt rekening met dierenwelzijn.

SNM pleit niet alleen voor een radicale transformatie, ze onderstrepen hier met allerlei partijen aan te willen werken. De vraag is welke partijen de handschoen opnemen en met SNM willen samenwerken.