Landbouwbedrijven hebben steeds meer bronnen van inkomsten

Steeds meer agrarische bedrijven halen hun inkomen uit andere dan pure landbouwactiviteiten. Slechts een derde van de Nederlandse agrarische bedrijven legt zich toe op de primaire productie van bijvoorbeeld melk of varkensvlees en richt zich op de wereldmarkt. Zij proberen tegen zo laag mogelijke kosten te produceren. De overige bedrijven hanteren een veelzijdiger strategie om inkomsten te genereren.

Dat blijkt uit een enquête-onderzoek naar bedrijfsstrategie en toekomstperspectief van uitgeverij Agrio en de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen University & Research. De enquête die deze zomer werd gehouden onder ruim 1200 agrarische bedrijven laat een aanzienlijke verbreding van inkomstenbronnen zien ten opzichte van het laatste grootschalig onderzoek midden jaren negentig naar bedrijfsstrategieën in de landbouw. In 1995 combineerde 22% van de bedrijven landbouw met andere bedrijfsactiviteiten, nu is dat 50%.

Agrarische bedrijven hanteren diverse strategieën om inkomen uit hun activiteiten te genereren. De meest oorspronkelijke route is die van de primaire productie van akkerbouwgewassen, zoals tarwe, en veeteelt, met melk, vlees of eieren als producten. In de afgelopen decennia hebben agrariërs naast akkerbouw en veehouderij ook andere inkomstenbronnen gegenereerd. Tegenwoordig is er een heel scala aan activiteiten zoals agro-toerisme, agrarisch natuurbeheer, een zorgboerderij en activiteiten die geen specifieke agrarische link hebben, zoals energieproductie met zonnepanelen of windmolens. Puur en alleen landbouwproductie komt nog maar bij de helft van de bedrijven voor, terwijl dat in 1995 nog op 78% van de bedrijven het geval was.

Han Wiskerke, hoogleraar Rurale sociologie aan Wageningen University & Research, die het onderzoek begeleidde, noemt de toegenomen diversiteit van strategieën binnen de landbouw onderbelicht. „Het beeld in de media werd het afgelopen jaar vooral gedomineerd door de stroming die zich richt op specialisatie en schaalvergroting. Uit ons onderzoek blijkt dit slechts één van de vele stromingen te zijn.”

Arbeidsmarkt gunstig voor extra activiteiten

De bedrijven die zich richten op verbreding en toegevoegde waarde (zoals eigen productverwerking), genereren opmerkelijk meer arbeid. Daarmee leveren ze een bijdrage aan de werkgelegenheid en de leefbaarheid van het platteland. Volgens Wiskerke zou het goed zijn als overheden zich bewust zijn van het feit dat bepaalde vormen van landbouwontwikkeling ook veel werkgelegenheid creëren. „Ik heb de indruk dat beleid gericht op het behouden en creëren van werkgelegenheid op het platteland zich niet op landbouw maar op andere economische sectoren richt.” Wiskerke plaatst daarbij wel een kanttekening. “De activiteiten die potentieel veel werkgelegenheid creëren doen zich vooral voor nabij steden en in toeristische gebieden (met name langs de kust), omdat daar nu eenmaal de meeste mensen wonen of recreëren en daar dus de meeste consumenten en afnemers van die boerendiensten te vinden zijn.”

Ontevreden over inkomen uit landbouw

Uit het onderzoek blijkt dat boeren die zich richten op specialisatie en productie voor de wereldmarkt op veel fronten afwijken ten opzichte van boeren met een andere strategie. Dat neemt niet weg dat voor alle boeren geldt dat ze ontevreden zijn over de inkomsten uit agrarische activiteiten. Bijna de helft is erg ontevreden of behoorlijk ontevreden. Het minst tevreden over het inkomen uit de landbouw zijn boeren met een bedrijfsstrategie waarbij zij zgn. groenblauwe diensten leveren, zoals beheer van sloten, en verbreding, zoals zorglandbouw of agrotoerisme. Daarentegen zijn deze boeren wel het meest tevreden over hun bedrijfsinkomen. Maar ook voor de boeren die zich richten op specialisatie en productie voor de wereldmarkt is het moeilijk om met alleen landbouw rond te komen, constateert prof. Wiskerke. “Puur van landbouw rondkomen is moeilijk.”

Veranderende regelgeving als belemmering

Als grootste belemmering voor bedrijfsontwikkeling staat bij alle bedrijfsstrategieën met stip op één: steeds veranderende regelgeving. 63 procent van de deelnemers kruiste dit aan. Agrariërs hebben behoefte aan een duidelijke langjarige overheidsvisie. “Daarop kunnen zij hun bedrijfsstrategie, waarbij vaak investeringen gemoeid zijn, inrichten,” licht prof. Wiskerke toe.

Kwart van gezinsinkomen afhankelijk van landbouw

Uit het onderzoek blijkt dat van alle bedrijven in de enquête slechts een kwart voor het gezinsinkomen volledig afhankelijk is van de landbouw. Bij de overige 75 procent bestaat het gezinsinkomen uit landbouw plus andere bedrijfsactiviteiten, een baan buiten het bedrijf of een combinatie daarvan. “Dat kan een teken van bittere noodzaak zijn, omdat ondernemers het met alleen landbouw financieel niet redden”, zegt prof. Wiskerke. “Maar het kan ook een uiting zijn van veranderende opvattingen over wat goed of toekomstbestendig agrarisch ondernemerschap is.” Tien jaar geleden gaf 72 procent van de ondernemers van multifunctionele bedrijven aan dat direct contact met burgers en consumenten de belangrijkste drijfveer was voor verbreding. Ook financiële risicospreiding werd toen door de helft genoemd. “En het kan ook een teken zijn van een verdere emancipatie van de boerin / vrouw van de boer, waarbij de nadruk ligt op een eigen carrière en inkomen buiten het bedrijf of een eigen bedrijfsactiviteit voortkomend uit eigen expertise en interesse. Het zijn toch overwegend vrouwen, veelal met werkervaring buiten de landbouw, die de drijvende kracht zijn achter verbredingsactiviteiten.”

Verantwoording onderzoek

Het onderzoek naar agrarische bedrijfsontwikkeling is een initiatief van uitgeverij Agrio en is in samenwerking met de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen University & Research opgezet. Eind juli en begin augustus voerde marktonderzoeksbureau Geelen Consultancy het onderzoek digitaal uit. Aan het onderzoek namen ruim 1200 boeren deel. Het aandeel biologische boeren (6 procent) en veebedrijven is licht oververtegenwoordigd en tuinbouwbedrijven zijn juist ondervertegenwoordigd.

Bron

Persbericht Wageningen University & Research, nr 101, 30 oktober 2020

Zie ook: Veehouders willen stikstofruimte inleveren

Onderzoek naar kansen en belemmeringen voor agrarische bedrijfsontwikkeling

Vandaag zijn we samen met Agrio een onderzoek gestart naar de factoren die van invloed zijn op de bedrijfsvoering en -ontwikkeling in de landbouw. Tevens proberen we zicht te krijgen op welke uiteenlopende bedrijfsstrategieën en bedrijfstypen er zijn en waar boeren en boerinnen belemmeringen en kansen zien voor een toekomstbestendig bedrijf. De eerste stap in dit onderzoek bestaat uit een korte enquête, die vandaag is verspreid onder ruim 15000 boeren en boerinnen. Dit deel van het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Geelen Consultancy. De uitkomsten van de enquête zullen in het najaar worden gepubliceerd in de vakbladen van Agrio. Later dit jaar willen we, mede op basis van de uitkomsten van deze enquête, een verdiepend onderzoek doen naar de huidige diversiteit in de Nederlandse landbouw, de kansen en belemmeringen voor bedrijfsontwikkeling en perspectieven voor verduurzaming.

Boekpresentatie ‘Boeren in de Food Valley’

Voor het boek Boeren in de Food Valley sprak Janneke Blijdorp met vijftien agrariërs uit de Gelderse Vallei. Door schaalvergroting verdween de afgelopen decennia tachtig procent van de boerenbedrijven in dit gebied. De overgebleven boeren zetten in op de internationale voedselindustrie of juist op ambachtelijkheid en de lokale markt. De boeren vertellen in het boek over hun motivatie en toekomstverwachting. Vaak zijn zij al generaties lang met het gebied verbonden. Samen leveren de verhalen een verrassend divers beeld op van veerkrachtige ondernemers. Eric Veltink maakte fotoportretten van de boeren en hun bedrijf. U bent van harte welkom bij de presentatie van Boeren in de Food Valley op donderdagmiddag 24 November van 15.00 – 16.30 uur in De Schaapskooi op het erf van melkveehouder Cor den Hartog, Grote Veenderweg 10, 6741 MC Lunteren. Continue reading

Boeren en buren door Ron Methorst – TED CAH Vilentum

Afgelopen dinsdag 4 februari heeft Ron Methorst zijn TED talk Boeren en Buren gehouden op CAH Vilentum waarin hij schets hoe de landbouw zich heeft ontwikkeld  in een veranderende (stedelijke) omgeving en de boeren van deze tijd ook  weer voor de uitdaging staan om de relatie met hun natuurlijke en sociale omgeving opnieuw vorm en inhoud te geven. Ron onderzoekt dit voor Kampereiland en wil hierop promoveren. Zijn verhaal is terug hieronder te kijken. Meer weten? Vraag het Ron zelf: r.methorst@cahvilentum.nl

MSc thesis onderzoek Landbouw en Omgeving in Mastenbroek

Hoe zien boeren-ondernemers de mogelijkheden voor hun eigen bedrijf als er vanuit de omgeving beperkingen zijn? Doe mee in het promotieonderzoek van Ron Methorst deze winter.

Ron Methorst is docent CAH Vilentum Dronten en doet promotieonderzoek bij de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen Universiteit. Zijn onderzoek richt op de vraag hoe boeren inspelen op een veranderende omgeving. Vraag Ron voor meer informatie: ron.methorst@wur.nl.  Of bekijk zijn blog over het verloop van het onderzoek.

Een goede relatie tussen het agrarisch bedrijf en haar omgeving is –opnieuw- van belang. Zeker in een dichtbevolkt land als Nederland is er al gauw sprake van ‘spanning’ tussen de omgeving van het agrarisch bedrijf (natuur, landschap, stad) en de ontwikkelmogelijkheden van het bedrijf. Met gebiedsprocessen en projecten worden op allerlei plekken mogelijkheden onderzocht, Mensen ‘om de boer heen’ houden zich volop bezig met de ontwikkelmogelijkheden van die boer. Hoe ziet die boer, die agrarisch ondernemer het nu zelf? Hoe zie hij de mogelijkheden voor zijn bedrijf in zijn situatie? Welke factoren zijn daarin met name bepalend?

Mastenbroek Thesis onderzoekIn Kampereiland, het grootste aaneengesloten pachtgebied van Nederland, is in februari 2013 een uitgebreide enquête uitgevoerd met een goede respons. Deze enquête willen we (aangepast) herhalen in de polder Mastenbroek, een van de oudste polder van Nederland. Beide gebieden zijn onderdeel van  ationaal Landschap IJsseldelta (dus bijzondere landschap en natuurwaarden). Het grote verschil: 100% eigendomsbedrijven en 100% pachtbedrijven.

Continue reading