MSc-thesis Elisa de Lijster
In mijn onderzoek heb ik gekeken in hoeverre opvattingen en grondhoudingen van melkveehouders aangaande bedrijfsvoering en natuur & het landschap richtinggevend zijn voor de wijze waarop ze zullen inspelen op de aanstaande hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Door een vergroening van het GLB krijgen boeren de mogelijkheid om publieke diensten leveren op het gebied van klimaat, water, dierenwelzijn, natuur, milieu en landschap. De vraag is dus of en hoe boeren daarop in zullen spelen.
Ik heb mijn onderzoek verricht in Noordoost Overijssel, tussen een – door het beleid voorgestelde begrenzing – ‘Maatschappelijk Waardevol Gebied’ (MWG): het Nationale Landschap Noordoost Twente (NOT) en een gebied daaraan grenzend. In beide gebieden heb ik tien melkveehouders geïnterviewd. De inkomenssteun per ha vanuit het GLB ligt in dit gebied ver boven het landelijk gemiddelde. Een verlaging of herverdeling van de huidige inkomenssteun kan dus grote gevolgen hebben.
Op basis van mijn onderzoek (klik hier voor mijn complete Msc-thesis) maak ik onderscheid tussen twee uiteenlopende grondhoudingen en daarmee samenhangende ontwikkelingspatronen. Sommige boeren zijn meer productiegericht, andere meer omgevingsgericht. Uit mijn onderzoek blijkt dat zij andere keuzes maken als het gaat om het uit voeren van maatschappelijke waardevolle diensten en de manier waarop ze denken in te spelen op de toekomstige verandering in het GLB.
Productiegerichte boeren richten zich op het behalen van een maximale productie/ha, waarbij de natuur vooral een instrumentele waarde heeft. Deze boeren pakken eerder diensten op die positief interfereren met hun gewenste bedrijfsontwikkeling. Dat zijn veelal diensten op het gebied van klimaat, water en bodem en een verdere verduurzaming van hun landbouwpraktijk via innovatieve technieken. Diensten gericht op natuur of landschap passen hier niet in, wat dus op gespannen voet staat met de beoogde beleidsambitie.
De omgevingsgerichte boeren leggen zich meer toe op het integreren van natuur en landbouwbeoefening en beogen een balans met de omgeving. De intrinsieke waarde van natuur wordt meer gewaardeerd. De voorgestelde maatschappelijk waardevolle diensten worden sneller door deze boeren opgepakt aangezien deze overeenkomen met hun ontwikkelingsvisie en grondhouding.
Beide ontwikkelingspatronen kunnen zowel binnen en buiten het MWG NOT gevonden worden, wat een relevante observatie is voor de beoogde doelstellingen vanuit het beleid. Uit dit onderzoek komt naar voren dat sommige beleidsambities overeen komen met die van de boeren in Noordoost Overijssel en andere minder. In het kader van de aanstaande GLB hervorming, valt op dat alle boeren hun bedrijf wensen voort te zetten in lijn met hun gewenste ontwikkelingsrichting en dat het beoogde beleidsplan hierdoor een polariserende werking in de landbouwstructuur zal hebben.
Pingback: Scriptieprijs Slow Food uitgereikt aan Elisa de Lijster « Rural Sociology Group Wageningen (Weblog)