Discussiebijeenkomst multifunctionele landbouw: ervaringen uit het buitenland

Op donderdag 8 oktober 2009 organiseert de vakgroep Rurale Sociologie van Wageningen Universiteit een interessante discussiebijeenkomst over buitenlandse ervaringen van multifunctionele landbouw. Wat gebeurt er in het buitenland en wat kunnen we ervan leren?

 

Op de bijeenkomst geven een aantal toonaangevende internationale onderzoekers u een indruk van de ontwikkeling rond multifunctionele landbouw in Italië, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. In de aansluitende forumdiscussie gaan we hierover met elkaar in debat. We verwachten ongeveer 80 tot 100 mensen uit o.a. praktijk, wetenschap, overheid en belangenbehartiging.

De bijeenkomst is interessant voor iedereen actief op het gebied van multifunctionele landbouw en meer wil weten over de betekenis van buitenlandse ervaringen voor Nederland. Als u graag over (uw) grenzen heen kijkt, dan mag u deze bijeenkomst niet missen!

 

Datum: Donderdag 8 oktober 2009
Tijd: 13.00 – 17.00 uur
Locatie: Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt, De Hooge Schuur, ‘t Klooster 5 in Beesd

 

Aan deelname van deze bijeenkomst zijn geen kosten verbonden, de voertaal is Engels.

 

Programma

12.30 Ontvangst (koffie/thee)

13.00 Opening door dagvoorzitter

Krijn Poppe – Chief Science Officer Agroketens en Visserij, ministerie van LNV

13.05 Welkomstwoord

Frans van Verschuer – eigenaar Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt, Beesd

13.15 Dynamiek en robuustheid multifunctionele landbouw – introductie onderzoeksproject en presentatie eerste resultaten

Han Wiskerke – projectcoördinator en hoogleraar Rurale Sociologie, Wageningen Universiteit

13.30 Multifunctionele landbouw in Italië – de ‘rural disctrict approach’ in Toscane

Gianluca Brunori – hoogleraar Agrarische Economie, Universiteit van Pisa, Italië

14.00 Multifunctionele landbouw in het Verenigd Koninkrijk – de rol van de staat en de publieke sector

Roberta Sonnino – universitair docent Milieubeleid, Universiteit van Cardiff, Verenigd Koninkrijk

14.30 Multifunctionele landbouw in Noorwegen – een presentatie door:

Katrina Rønningen – senior onderzoeker, Centrum voor Plattelandsonderzoek, Universiteit van Trondheim, Noorwegen (uitgenodigd)

15.00 Pauze

15.30 Dynamiek van plattelandsontwikkeling en landbouw wereldwijd – een vergelijking tussen Europa, China en Brazilië

Jan Douwe van der Ploeg – hoogleraar Transitiestudies, Wageningen Universiteit

16.00 Forumdiscussie – inspirerende lessen voor multifunctionele landbouw in Nederland

16.55 Afsluiting door dagvoorzitter

17.00 Borrel

 

Aanmelden

Meld u aan met het aanmeldformulier. Wij willen u er op wijzen dat er een beperkt aantal deelnameplaatsen beschikbaar zijn. Voor aanvullende informatie neem contact op met Corine Diepeveen via corine.diepeveen@wur.nl of 0317 – 484507.

De discussiemiddag wordt georganiseerd in het kader van het onlangs gestarte onderzoeksproject ‘Dynamiek en Robuustheid van Multifunctionele Landbouw’. Het onderzoek is ondersteunend aan de Taskforce Multifunctionele Landbouw en wordt gefinancierd door het ministerie van LNV.

Voedsel lijmt versnipperd beleid

De komende maanden gaat Simone Planting (5e jaars studente Internationale Ontwikkelingsstudies) in het kader van haar doctoraalscriptie bij Rurale Sociologie onderzoek doen naar de mogelijkheden voor een integraal voedselbeleid in de Provincie Noord-Brabant. Eerder liep Simone stage bij Stichting Vrienden van het Platteland (nu: Nederland bloeit). Hierover schreef ze ook deze bijdrage aan deze weblog.

Simone voert haar doctoraal onderzoek uit in opdracht van de Brabantse Milieufederatie (BMF) en in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant. Naar aanleiding van de aanvang van haar onderzoek liet de BMF gisteren een persbericht uitgaan:

Voedsel biedt een interessante ingang voor beleidsintegratie. Niet alleen raakt onze moderne voedselvoorziening aan verschillende beleidsterreinen, waaronder landbouw, transport en infrastructuur, natuur, milieu en gezondheid. Maatschappelijke problemen met voedsel gaan vaak ook verder dan een enkel beleidsterrein. Overgewicht is bijvoorbeeld gerelateerd aan gezondheid, maar raakt bovendien aan educatie en de beschikbaarheid en samenstelling van ons voedsel. De huidige sectorale insteek van overheidsinstanties biedt weliswaar altijd duidelijkheid over waar en bij wie de verantwoordelijkheid ligt, maar dreigt als geheel toch vaak onsamenhangend te blijven en suboptimaal. Voor duurzame ontwikkeling is echter juist een integrale aanpak geboden bij de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. Voedsel kan daarbij een verbindende rol spelen. Ondanks de complexiteit van het moderne voedselsysteem en het gebrek aan betrokkenheid van velen daarbij is er immers een grote gemene deler die ons allemaal verbindt: iedereen eet, liefst elke dag weer opnieuw.

Door een literatuuronderzoek te doen en door het voeren van interviews met diverse partijen hoopt Simone een voorstel te ontwikkelen waarmee een stad als Tilburg aan de slag kan om een voedselbeleid op te zetten dat bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. Het onderzoek wordt in december afgesloten met een publieke presentatie in Tilburg.

Als belangrijk voorbeeld maakt Simone gebruik van het in de VS en Canada beproefde concept ‘Food Policy Council’ (FPC). Binnen Europa zet Londen de toon sinds enkele jaren met een eigen voedselstrategie. Het is een aanpak die ook bij enkele Nederlandse steden voorzichtig navolging vindt. Een FPC is een breed maatschappelijk netwerk of platform waarin verschillende prominente personen plaatsnemen die belang hebben bij een goed ontwikkeld regionaal voedselsysteem. Dit zijn bijvoorbeeld mensen uit de gezondheidsector, landbouw, natuur- en milieuorganisaties, bestuurders, ambtenaren, voedselverwerkende bedrijven, transportsector, horeca en consumenten. Het samenbrengen van verschillende meningen en ideeën over voedsel in een transparante omgeving leidt tot duurzame en maatschappelijk gedragen oplossingen voor een breed scala van vraagstukken die gerelateerd zijn aan onze stedelijke voedselvoorziening. Een FPC kan daarmee als brug fungeren tussen verschillende partijen en maatschappelijke initiatieven en de overwegend sectoraal ingestelde overheid. Een succesvol voorbeeld is de in 1991 opgerichte Toronto Food Policy Council in Canada.

De Brabantse Milieufederatie wil op het terrein van dit soort innovatieve benaderingen een initiator zijn en een stimulerende rol vervullen. Voor de Provincie Noord-Brabant geldt dat dit onderzoek aansluit bij een veranderende kijk op maatschappelijke sturing en beleidvorming. Tijdens dit onderzoek wordt Simone begeleidt vanuit de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen Universiteit, de BMF en de Provincie Noord-Brabant. 

Over de uitkomsten en eventueel interessante tussenresultaten zal Simone en/of haar begeleider Petra Derkzen de komende maanden via deze weblog verslag doen.

Food and the city

Cover "How to feed Tilburg"In the past two months a group of 5 Master students of Wageningen University carried out an exploratory study on food consumption in the city of Tilburg. This study was commissioned by the Environmental Federation of the province of Brabant (BMF). Tilburg has the ambition to become a climate neutral city in 2045, yet the issue of food is lacking in the city’s climate programme. Given the fact that approximately 40% of the urban citizen’s ecological footprint is related to food and that food production and transport make up a significant portion of a city’s CO2 emission, it will be impossible to become a climate neutral city without including a food strategy in the city’s climate programme. For this reason the BMF asked this group of students to calculate/estimate Tilburg’s total food consumption and to give a first impression of the food miles and food transport related CO2 emission of several food products (e.g. apple, sugar, sweet pepper, asparagus, milk, cucumber) for different outlets (e.g. a supermarket, a greengrocer, an organic supermarket and a farm shop). The food miles and related CO2 emissions were calculated on the basis of the products that were sold at each outlet end of March/beginning of April this year, so they only represent the situation at that moment in time. On Wednesday April 22 the group presented their findings.

Some findings I found interesting and/or intriguing: Continue reading

Sociale cohesie in dorpen

Rurale Sociologie heeft onderzoek gedaan naar sociale cohesie in de Overijsselse dorpen Lierderholthuis en Wesepe. Het onderzoek is verricht op verzoek van het Katholiek Centrum voor Welzijnsbevordering Overijssel. De resultaten zijn afgelopen weken besproken met dorpsbewoners.Saamhorigheid en een rijk verenigingsleven, dat zijn de kenmerken die de ondervraagden noemden als hen gevraagd werd naar de identiteit van hun dorp. Het zijn de traditionele ideeën over het dorpsleven. Toch blijkt een mythe over de sociale verbondenheid niet houdbaar: of mensen oorspronkelijk bewoner zijn of import, dat maakt weinig uit voor sociale verbondenheid en deelname aan het verenigingsleven. Wel telt de duur van het verblijf in het dorp. Doordat we met z’n allen steeds mobieler zijn geworden, hebben steeds meer mensen uitgebreide sociale contacten buiten het dorp, familie, vrienden, kennissen, noem maar op. Maar dat blijkt geen invloed te hebben op de sociale cohesie: alle werk- en privécontacten elders gaan niet ten koste van de identiteit als dorpsbewoner. Veel mensen die elders een rijk sociaal leven hebben, zetten zich maar wat graag in voor hun dorp. Een opvallende bevinding van de onderzoekers is dat vrouwen zich vaak iets minder gewaardeerd voelen dan mannen. Daarnaast kunnen de vrouwen de sociale cohesie beter en uitgebreider benoemen. Een hypothese hierover zou nader getoetst kunnen worden: misschien staan vrouwen wat minder in de picture, is hun inzet meer verscholen. Ook bleek uit het onderzoek dat ouderen zich om verschillende redenen lijken terug te trekken uit het dorpsleven. Naar aanleiding van het onderzoek gaan verschillende organisaties zich in de toekomst specifieker richten op de rol van ouderen en de ondersteuning van vrouwenactiviteiten. Ook gaan dorpsbewoners na op welke manieren bijvoorbeeld vrouwen en ouderen beter bereikt kunnen worden via het (nog te verbouwen) dorpshuis. Na de zomer worden de eindresultaten gepresenteerd tijdens een conferentie. Voor meer info: Don Weenink, don.weenink@wur.nl.

Het onderzoek is verricht samen met de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit en andere organisaties betrokken bij het Overijsselse opbouw- en vormingswerk zoals VariyaZijactief Overijssel, PKN.  Zie ook de scriptie van Irna Hofman over dit onderzoek.

Excursions Understanding Rural Development

As a part off the course Understanding Rural Development (RSO 31806) we went on a field trip to de Eemlandhoeve in Bunschoten and explored the inner-city of Utrecht. By this excursion we visited a number of interesting expressions of urban-rural relationships, from a rural and an urban perspective.

De Eemlandhoeve

De Eemlandhoeve, owned by farmer, rural entrepreneur and philosopher Jan Huijgen, can be considered as an extreme example of a multifunctional farm enterprise. The group of Blonde d’Aquitaine’s form the centre of a rural enterprise which includes a large number of activities like a farm shop, care facilities, meeting and office facilities, an education garden and even a farmer’s cinema under construction.Blonde d'Aquitaines at the Eemlandhoeve

Next of being a multifunctional entrepreneur Jan Huijgen is a well known personality in Dutch rural development, active on a local, national, international (and maybe in the near future on a global) level. The farm residents a rural innovation centre and last October de Eemlandhoeve hosted the EEconference or Europese Eemlandconference, veelzijdig platteland.

On the excursion owner Jan Huijgen told us about his inspiration, motives and future plans with his farm. After his presentation we had an interesting discussion and were showed around the place.

Local food in the city of Utrecht

The second trip brought us to a rather different surrounding; the historical inner-city of Utrecht. On de Eemlandhoeve our focus was on the rural side of urban-rural relationships, in Utrecht we looked upon it from an urban perspective.

Cheese stall at the Vredenburg MarketTogether with our guide Frank Verhoeven (see his website)  we first went to the Wednesday Vredenburg Market. On this market we visited a cheese seller linked to the organization called Dutch Cheese Centre (website under construction). The stallholder told us about some typical Dutch cheeses and the trade in locally produced ones. After some tasting we set out for the traditional bakery Bakkerij Blom were owner Theo Blom showed us around and told about his bakery, traditional products and production.  

Our last stop was a visit to the five star hotel and restaurant Karel V for a number of short presentations. In the hotel our guide Frank Verhoeven started by telling us about his ‘Boerenbox’ initiative and his vision on a more locally based production and consumption. Secondly, one of the Karel V chefs explained us about the way they work with seasonal products originating solely from regional grounds and local suppliers. Lastly, Arie Bosma, one of the initiators of the campaign ‘Lekker Utregs’, told us about the initiative to reconnect the city of Utrecht with its surrounding countryside by establishing a so called Green Participation Society.

By the fieldtrips we got acquainted with several interesting expressions of urban-rural relationships, from a rural and an urban perspective. It was a nice and inspiring way of linking theory from class to reality by ‘tasting’ real life examples in ‘the field’.